Ieder die kennis draagt van een begaan strafbaar feit is bevoegd daarvan aangifte of klachte te doen.
Het luisteren naar de klacht en het stellen van de juiste vragen is essentieel voor een opsporingsambtenaar bij het opnemen van een klacht. Het stelt de opsporingsambtenaar in staat om een duidelijk beeld te krijgen van de situatie en om de klacht op een juiste manier te kunnen afhandelen. Door goed te luisteren en de juiste vragen te stellen kan de opsporingsambtenaar de klager beter helpen en eventueel verdere misstanden voorkomen.
Het verzamelen en/of ontvangen van gegevens is belangrijk bij het onderzoeken van een mogelijk strafbaar feit naar aanleiding van een klacht. Door het verzamelen van informatie kunnen feiten worden vastgesteld en kan er eventueel strafrechtelijk worden opgetreden. Het is belangrijk om de gegevens zorgvuldig en objectief te verzamelen en te controleren op betrouwbaarheid.
Het verzamelen en/of ontvangen van gegevens met betrekking tot mogelijk strafbare feiten naar aanleiding van een klacht is een belangrijke stap in het onderzoeken van een misdrijf. Een klacht kan worden ingediend door een persoon of organisatie die het vermoeden heeft dat er een strafbaar feit heeft plaatsgevonden. Door het verzamelen en ontvangen van gegevens kunnen de feiten worden vastgesteld en kan er eventueel strafrechtelijk worden opgetreden.
Het verzamelen van gegevens kan onder andere gebeuren door getuigen te ondervragen, bewijsmateriaal te verzamelen en forensisch onderzoek te doen. Het is hierbij belangrijk om de gegevens op een zorgvuldige en objectieve manier te verzamelen, zodat de informatie bruikbaar is in een eventuele rechtsgang.
Daarnaast kan het ontvangen van gegevens van belang zijn bij het onderzoeken van een misdrijf. Mensen kunnen bijvoorbeeld anoniem informatie doorgeven die kan helpen bij het vinden van bewijsmateriaal of het opsporen van verdachten. Het is hierbij wel van belang om te controleren of de informatie betrouwbaar is en of het bruikbaar is in een eventuele rechtsgang.
In het kort draagt het verzamelen en/of ontvangen van gegevens bij aan het onderzoeken van een vermoedelijk strafbaar feit. Het is een belangrijke stap om de feiten vast te stellen en eventueel strafrechtelijk op te treden. Het is daarbij wel van belang om de gegevens op een zorgvuldige en objectieve manier te verzamelen en te controleren op betrouwbaarheid.
Er bestaat een verschil tussen een aangifte en een klacht als het gaat om strafbare feiten. Een aangifte wordt gedaan bij de politie wanneer er sprake is van een strafbaar feit. Hierbij gaat het om feiten waarbij de wet is overtreden, zoals diefstal, geweldpleging of vernieling. De politie heeft de taak om een onderzoek te starten naar aanleiding van de aangifte en te kijken of er voldoende bewijs is om tot vervolging over te gaan.
Een klacht daarentegen wordt ingediend bij het Openbaar Ministerie en gaat over gedragingen van personen of instanties waarbij geen sprake is van een strafbaar feit, maar waarbij wel sprake is van onrechtmatig handelen. Bijvoorbeeld wanneer een bedrijf zich niet houdt aan de privacywetgeving. In dat geval kan er een klacht worden ingediend bij het Openbaar Ministerie. De klacht kan leiden tot een onderzoek en eventueel tot een strafrechtelijke vervolging.
Een ander verschil is dat bij een aangifte de politie de zaak verder oppakt en onderzoekt, terwijl bij een klacht de klager zelf verantwoordelijk is voor het aandragen van bewijsmateriaal en het eventueel starten van een civiele procedure. Bij een klacht is het dus aan de klager om voldoende bewijs te verzamelen om zijn of haar zaak te onderbouwen.
In het kort kan gesteld worden dat een aangifte wordt gedaan bij de politie en gaat over strafbare feiten waarbij de wet is overtreden, terwijl een klacht wordt ingediend bij het Openbaar Ministerie en gaat over onrechtmatig handelen waarbij geen sprake is van een strafbaar feit. Bij een aangifte is de politie verantwoordelijk voor het onderzoeken van de zaak, terwijl bij een klacht de klager zelf verantwoordelijk is voor het aandragen van bewijsmateriaal.
Ieder die kennis draagt van een begaan strafbaar feit is bevoegd daarvan aangifte of klachte te doen.
De zin "Ieder die kennis draagt van een begaan strafbaar feit is bevoegd daarvan aangifte of klacht te doen" betekent dat iedereen die weet heeft van een strafbaar feit, bijvoorbeeld omdat hij of zij hier getuige van is geweest of er op een andere manier kennis van heeft gekregen, de mogelijkheid heeft om hierover aangifte te doen bij de politie.
Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als iemand slachtoffer is geworden van een misdrijf of overtreding, maar ook als iemand anders informatie heeft over een strafbaar feit. Het doen van aangifte is belangrijk omdat de politie deze informatie kan gebruiken bij het opsporen en vervolgen van de verdachte(n).
Een actueel voorbeeld van het doen van aangifte is wanneer iemand slachtoffer wordt van een cybercrime zoals phishing. Als iemand bijvoorbeeld een e-mail ontvangt waarin gevraagd wordt om persoonlijke gegevens zoals inloggegevens of bankgegevens in te voeren, en hierdoor financiële schade lijdt, kan hij of zij aangifte doen bij de politie. Door het doen van aangifte kan de politie het strafbare feit onderzoeken en mogelijk de dader opsporen. Het is belangrijk om in dergelijke gevallen zo snel mogelijk aangifte te doen, omdat dit kan helpen om verdere schade te voorkomen en de dader te vinden.
1. De verwerkingsverantwoordelijke stelt politiegegevens ter beschikking aan personen die door hemzelf dan wel door een andere verwerkingsverantwoordelijke overeenkomstig artikel 6, tweede lid, zijn geautoriseerd voor de verwerking van politiegegevens, voor zover zij deze behoeven voor de uitvoering van hun taak.
2. In bijzondere gevallen kan, indien dit noodzakelijk is voor een goede uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, de terbeschikkingstelling van politiegegevens door de verwerkingsverantwoordelijke worden geweigerd dan wel kan de verwerkingsverantwoordelijke beperkende voorwaarden stellen aan de verdere verwerking. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de gronden waarop de terbeschikkingstelling kan worden geweigerd en over de beperkende voorwaarden die kunnen worden gesteld.
Dit artikel beschrijft de procedure voor het doen van aangifte van een strafbaar feit bij de bevoegde ambtenaar. Aangifte kan mondeling of schriftelijk worden gedaan door de aangever zelf of door een gemachtigde met een schriftelijke volmacht.
Een mondelinge aangifte wordt door de ambtenaar in geschrift gesteld en na voorlezing door zowel de ambtenaar als de aangever of gemachtigde ondertekend. Indien de aangever of gemachtigde de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheerst, wordt hij in staat gesteld om aangifte te doen in een taal die hij begrijpt of ontvangt hij de nodige taalkundige bijstand.
Een schriftelijke aangifte wordt door de aangever of gemachtigde ondertekend en kan langs elektronische weg worden ingediend met behulp van een elektronische voorziening die bij algemene maatregel van bestuur is aangewezen.
De aangever ontvangt een kopie van de aangifte of een kopie van het proces-verbaal van aangifte en kan, indien nodig, een vertaling ontvangen in een taal die hij begrijpt. In het belang van het onderzoek kan de aangever een schriftelijke bevestiging van zijn aangifte ontvangen, ook al heeft hij al een kopie ontvangen.
Ten slotte zijn de opsporingsambtenaren en de ambtenaren die in artikel 162 worden genoemd verplicht om aangiften te ontvangen.
Stel dat iemand slachtoffer is geworden van een diefstal en aangifte wil doen. De persoon kan dit mondeling of schriftelijk doen bij een bevoegde ambtenaar, bijvoorbeeld bij de politie. Als de aangifte mondeling wordt gedaan, dan zal de ambtenaar deze in geschrift stellen en voorlezen aan de aangever. Vervolgens wordt de aangifte ondertekend door zowel de aangever als de ambtenaar.
Als de aangever of diens gemachtigde de Nederlandse taal niet of onvoldoende begrijpt of spreekt, dan zal de ambtenaar de nodige taalkundige bijstand verlenen zodat de aangifte in een begrijpelijke taal kan worden gedaan. Als de aangifte schriftelijk wordt gedaan, dan wordt deze door de aangever of diens gemachtigde ondertekend.
De aangever ontvangt een kopie van de aangifte of een kopie van het proces-verbaal van aangifte. Indien het belang van het onderzoek dit vergt, kan de aangever een schriftelijke bevestiging van zijn aangifte ontvangen. Als de aangever de Nederlandse taal niet of onvoldoende begrijpt of spreekt, kan deze op verzoek een vertaling van de schriftelijke bevestiging in een begrijpelijke taal ontvangen.
Als de aangever niet in staat is om persoonlijk aangifte te doen, kan deze een ander daartoe machtigen met een bijzondere schriftelijke volmacht. De schriftelijke volmacht moet dan aan de akte van aangifte worden gehecht. Op basis van artikel 161 zijn opsporingsambtenaren verplicht om de aangiften te ontvangen die vallen onder de artikelen 160 en 161 van het Wetboek van Strafvordering.
Hij die aangifte of klacht doet dat een strafbaar feit gepleegd is, wetende dat het niet gepleegd is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
Dit artikel gaat over het doen van een valse aangifte. Het is strafbaar om opzettelijk een valse aangifte te doen bij de politie of een andere instantie die belast is met het onderzoeken van strafbare feiten. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om het valse informatie verstrekken over een misdrijf dat niet heeft plaatsgevonden, of het aanwijzen van een onschuldige persoon als dader van een misdrijf.
De reden dat het doen van een valse aangifte strafbaar is, is dat het nadelige gevolgen kan hebben voor de persoon die ten onrechte wordt beschuldigd. Het kan bijvoorbeeld leiden tot onnodige opsporings- en vervolgingsmaatregelen tegen een onschuldige persoon, of tot reputatieschade. Daarom is het belangrijk om alleen een aangifte te doen als men zeker weet dat er daadwerkelijk een strafbaar feit is gepleegd en men daarvoor bewijs heeft.
Stel bijvoorbeeld dat persoon A een hevige ruzie heeft met persoon B en besluit om valse aangifte te doen bij de politie en te beweren dat persoon B hem of haar heeft bedreigd met een wapen. Als later blijkt dat deze aangifte vals is en persoon A hiervoor wordt veroordeeld, kan hij of zij worden gestraft volgens artikel 188 Sr. De straf die hierop staat kan variëren van een geldboete tot een gevangenisstraf van maximaal zes maanden.
Lees onderstaand een vraag. Beantwoord deze eerst in gedachten. Controleer daarna of je het goed hebt.
Antwoord: Als een opsporingsambtenaar niet goed luistert en de verkeerde vragen stelt, kan dit leiden tot een verkeerd begrip van de situatie en een verkeerde afhandeling van de klacht, wat mogelijk verdere misstanden kan veroorzaken.
Antwoord: Het belangrijkste verschil tussen een klacht en aangifte is wie de aangever is. Bij een klacht is de aangever het slachtoffer zelf en bij aangifte kan dat ook iemand anders zijn, zoals een getuige of een opsporingsambtenaar. Verder wordt bij aangifte vermoedelijk een strafbaar feit gepleegd, terwijl bij een klacht sprake is van een strafbaar feit waarbij het slachtoffer zelf vervolging wenst. Een klacht kan worden ingediend bij het Openbaar Ministerie, terwijl aangifte bij de politie kan worden gedaan.
Antwoord: Het begrip 'op klacht vervolgbaar' houdt in dat de vervolging van een strafbaar feit afhankelijk is van de klacht van het slachtoffer. Dit geldt bijvoorbeeld voor belediging, bedreiging en mishandeling. Zonder een klacht van het slachtoffer zal er geen vervolging plaatsvinden. Artt. 64 en 67 Sr regelen de vervolging van deze strafbare feiten op klacht, waarbij Art. 64 Sr de aangifte regelt en Art. 67 Sr de termijn waarbinnen de klacht moet worden ingediend.
Soms kom je er niet helemaal uit en heb je nog vragen.
Wij zijn er om je vragen te helpen beantwoorden