Burgers hebben recht op privacy

Het belang van bescherming van persoonsgegevens binnen de overheid is tweeledig. Ten eerste hebben burgers recht op bescherming van hun privacy en persoonsgegevens bij de overheid, omdat deze gegevens gevoelig en persoonlijk van aard zijn. Ten tweede is het voor de overheid van belang om deze gegevens goed te beschermen om betrouwbaar en integer te kunnen werken, en om het vertrouwen van burgers in de overheid te behouden.

Wat betekent bescherming van persoonsgegevens

Bescherming van persoonsgegevens betekent dat de privacy van personen wordt beschermd bij de verwerking van hun persoonsgegevens. Dit houdt in dat persoonsgegevens zorgvuldig, vertrouwelijk en veilig worden verwerkt door organisaties en overheden die deze gegevens verzamelen en beheren. Het doel van bescherming van persoonsgegevens is om te voorkomen dat deze gegevens onrechtmatig worden gebruikt, verwerkt of gedeeld en om de privacy en persoonlijke levenssfeer van burgers te waarborgen.

Bescherming persoonsgegevens

Als toezichthouder of boa moet je de bescherming van persoonsgegevens serieus nemen en hierbij rekening houden met de wettelijke kaders. Er zijn verschillende regimes voor de bescherming van persoonsgegevens: algemeen, opsporingsinstanties en Openbaar Ministerie en rechterlijke macht. Dit betekent dat de bescherming van persoonsgegevens voor deze verschillende instanties anders kan zijn geregeld.

De Wet politiegegevens (Wpg) en het Besluit politiegegevens (Bpg) zijn van toepassing op de boa. Artikel 46 van de Wpg bepaalt dat de Wet politiegegevens van toepassing is op de verwerking van politiegegevens door de boa. Het Bpg bevat regels voor de verwerking van politiegegevens door de politie en de boa.

Ook de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is van toepassing op de boa en de toezichthouder. De AVG bevat regels voor de verwerking van persoonsgegevens en is bedoeld om de privacy van personen te beschermen. Het is belangrijk om deze regels na te leven en zorgvuldig om te gaan met persoonsgegevens.

Het begrip persoonsgegevens is breed en omvat alle informatie die direct of indirect herleidbaar is tot een persoon. Dit kan bijvoorbeeld gaan om naam, adres, geboortedatum, maar ook om biometrische gegevens, zoals vingerafdrukken. Bijzondere persoonsgegevens zijn gegevens die extra gevoelig zijn, zoals informatie over iemands ras, gezondheid of seksuele leven. Politiegegevens, justitiële gegevens en strafvorderlijke gegevens hebben te maken met de opsporing en vervolging van strafbare feiten en zijn onderhevig aan strikte regels.

Het is belangrijk om zorgvuldig om te gaan met deze gegevens en deze alleen te verwerken voor het doel waarvoor ze zijn verzameld.

Verzamelen, verwerken en verstrekken van persoonsgegevens

Als boa ben je verantwoordelijk voor het verwerken van persoonsgegevens. Hierbij moet je rekening houden met de geldende regels en bepalingen voor de bescherming van persoonsgegevens. Het verzamelen van persoonsgegevens mag alleen gebeuren voor een bepaald doel en met toestemming van de betrokkene. Het is belangrijk om alleen die gegevens te verzamelen die nodig zijn voor het doel waarvoor ze worden verzameld en deze niet langer te bewaren dan noodzakelijk.

Het verstrekken van persoonsgegevens mag alleen plaatsvinden als daar een wettelijke grondslag (reden) voor is. Als boa ben je verantwoordelijk voor de persoonsgegevens die je verwerkt en ben je de verantwoordelijke in de zin van de Wet politiegegevens (Wpg). Dit betekent dat je moet zorgen voor een goede beveiliging van de persoonsgegevens en dat je verantwoordelijk bent voor het naleven van de geldende regels en bepalingen.

Het verstrekken van politiegegevens is aan strikte regels gebonden. Zo mag je alleen politiegegevens verstrekken als daar een wettelijke grondslag voor is en moet je je houden aan de bepalingen uit de Wpg en het Besluit politiegegevens (Bpg). Het verstrekken van politiegegevens aan derden, zoals andere instanties of personen, mag alleen in bepaalde situaties en onder bepaalde voorwaarden. Hierbij moet je rekening houden met de belangen van de betrokkene en de doelen waarvoor de gegevens worden verstrekt.

Het is belangrijk om als boa goed op de hoogte te zijn van de geldende regels en bepalingen voor de bescherming van persoonsgegevens en deze toe te passen bij het verwerken van gegevens. Dit betekent onder andere dat je zorgvuldig moet omgaan met persoonsgegevens, deze alleen mag verwerken voor het doel waarvoor ze zijn verzameld en deze niet langer mag bewaren dan noodzakelijk.

Ook moet je alleen persoonsgegevens verstrekken als daar een wettelijke grondslag voor is en moet je je houden aan de bepalingen uit de Wpg en het Bpg bij het verstrekken van politiegegevens.

Relevante artikelen

1. Het bij of krachtens de Wet politiegegevens bepaalde met betrekking tot de gegevensverwerking, bedoeld in de artikelen 10, eerste lid onder a, en 12, is van overeenkomstige toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door een ambtenaar, werkzaam bij een bijzondere opsporingsdienst, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten. Op voordracht van Onze Ministers en Onze Minister wie het mede aangaat worden bij algemene maatregel van bestuur ook andere onderdelen van het bij of krachtens deze wet bepaalde van overeenkomstige toepassing verklaard op de verwerking van persoonsgegevens door een ambtenaar, werkzaam bij een bijzondere opsporingsdienst, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten, of een buitengewoon opsporingsambtenaar, bedoeld in artikel 142, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering.

2. Voor zover toepassing is gegeven aan het eerste lid:

a. stelt de verwerkingsverantwoordelijke politiegegevens voor verdere verwerking ter beschikking aan opsporingsambtenaren, als bedoeld in de artikelen 141, onderdeel d, en 142, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, voor zover zij deze behoeven voor de vervulling van hun taak;

b. stelt de verwerkingsverantwoordelijke van de bijzondere opsporingsdienst of van de buitengewoon opsporingsambtenaar, bedoeld in artikel 142, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, de gegevens waarop het bepaalde bij of krachtens deze wet van toepassing of van overeenkomstige toepassing is ter beschikking aan personen die overeenkomstig artikel 6, tweede lid, zijn geautoriseerd voor de verwerking van politiegegevens, voor zover zij deze behoeven voor de vervulling van hun taak. Artikel 15, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de ambtenaren die werkzaam zijn bij een bijzondere opsporingsdienst, die tot het verwerken van politiegegevens als bedoeld in het eerste lid kunnen worden geautoriseerd, alsmede over het beheer en de organisatie van de bijzondere opsporingsdienst waar zij werkzaam zijn

Artikel 46 van de Wet politiegegevens (Wpg) beschrijft de reikwijdte van deze wet voor de Buitengewoon Opsporingsambtenaren (boa's). In dit artikel wordt bepaald dat de Wpg van toepassing is op de verwerking van politiegegevens door boa's, voor zover dit nodig is voor de uitvoering van hun taak.

Dit betekent dat boa's de Wpg moeten naleven wanneer zij persoonsgegevens verwerken in het kader van hun taken. Hierbij moet rekening worden gehouden met de rechten van de betrokkenen, zoals het recht op privacy en het recht op inzage in de verwerkte persoonsgegevens.

Het artikel benadrukt ook dat boa's zich moeten houden aan de bepalingen van het Besluit politiegegevens (Bpg) en andere wetten en regels die van toepassing zijn op de verwerking van persoonsgegevens, zoals de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).

Kortom, artikel 46 van de Wpg bepaalt dat de wet van toepassing is op de verwerking van politiegegevens door boa's en dat zij zich hierbij moeten houden aan de geldende wet- en regelgeving met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens.

Een praktisch voorbeeld van artikel 46 van de Wpg zou kunnen zijn dat een boa in het kader van zijn of haar taken persoonsgegevens verzamelt over personen die verdacht worden van het overtreden van een gemeentelijke verordening, zoals het veroorzaken van overlast in de openbare ruimte. Bij het verzamelen van deze gegevens moet de boa zich houden aan de bepalingen uit de Wpg, zoals het verzamelen van persoonsgegevens voor een bepaald doel en met toestemming van de betrokkene.

Daarnaast moet de boa ervoor zorgen dat de verzamelde gegevens worden beveiligd en niet langer worden bewaard dan noodzakelijk. Ook moet de boa zich houden aan de bepalingen uit het Besluit politiegegevens (Bpg), bijvoorbeeld door te zorgen voor een goede registratie van de verwerkte persoonsgegevens en het verstrekken van deze gegevens alleen aan bevoegde instanties.

Een ander voorbeeld zou kunnen zijn dat een boa persoonsgegevens verwerkt in het kader van een onderzoek naar illegale activiteiten in een bepaald gebied. Ook in dit geval moet de boa zich houden aan de bepalingen uit de Wpg en het Bpg, bijvoorbeeld door alleen die gegevens te verzamelen die nodig zijn voor het onderzoek en deze gegevens niet langer te bewaren dan noodzakelijk.

1. De verwerkingsverantwoordelijke stelt politiegegevens ter beschikking aan personen die door hemzelf dan wel door een andere verwerkingsverantwoordelijke overeenkomstig artikel 6, tweede lid, zijn geautoriseerd voor de verwerking van politiegegevens, voor zover zij deze behoeven voor de uitvoering van hun taak.

2. In bijzondere gevallen kan, indien dit noodzakelijk is voor een goede uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, de terbeschikkingstelling van politiegegevens door de verwerkingsverantwoordelijke worden geweigerd dan wel kan de verwerkingsverantwoordelijke beperkende voorwaarden stellen aan de verdere verwerking. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de gronden waarop de terbeschikkingstelling kan worden geweigerd en over de beperkende voorwaarden die kunnen worden gesteld.

Artikel 15 van de Wet politiegegevens (Wpg) regelt de verstrekking van politiegegevens aan derden. Dit artikel bepaalt dat politiegegevens alleen mogen worden verstrekt als dit noodzakelijk is voor de uitvoering van een publiekrechtelijke taak door de ontvangende instantie.

Bij het verstrekken van politiegegevens moeten de betrokkenen worden geïnformeerd over de verstrekking, tenzij dit onmogelijk is of onevenredig veel moeite kost. Ook moeten de gegevensverstrekkingen worden geregistreerd in een register, waarin onder meer de aard van de gegevens, de naam van de ontvangende instantie en het doel van de verstrekking worden opgenomen.

Voor boa's is het belangrijk om te weten dat zij politiegegevens alleen mogen verstrekken als dit noodzakelijk is voor de uitvoering van hun taken. Dit betekent dat de verstrekking van politiegegevens altijd moet worden gemotiveerd en worden vastgelegd in een register. Bovendien moeten boa's de betrokkenen informeren over de verstrekking van hun persoonsgegevens, tenzij dit onmogelijk is of onevenredig veel moeite kost.

Het is belangrijk om te benadrukken dat de verstrekking van politiegegevens aan derden aan strikte voorwaarden is gebonden om de privacy van de betrokkenen te waarborgen. Dit betekent dat de verstrekking van politiegegevens zorgvuldig moet worden overwogen en alleen mag plaatsvinden als dit noodzakelijk is voor de uitvoering van een publiekrechtelijke taak.

Stel dat een gemeente te maken heeft met overlast door hangjongeren op een bepaalde locatie. De gemeente kan in dat geval bij de politie gegevens opvragen over de identiteit van deze hangjongeren, zodat de gemeente gerichte maatregelen kan nemen om de overlast tegen te gaan.

Om deze gegevens te kunnen verstrekken, moet de politie wel eerst vaststellen dat de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de uitvoering van een publiekrechtelijke taak door de gemeente. Bovendien moet de verstrekking van deze gegevens worden gemotiveerd en vastgelegd in een register.

Ook moeten de betrokken hangjongeren worden geïnformeerd over de verstrekking van hun persoonsgegevens, tenzij dit onmogelijk is of onevenredig veel moeite kost.

1. De verwerkingsverantwoordelijke verstrekt politiegegevens aan:

a. leden van het openbaar ministerie voor zover zij deze behoeven:

1°. in verband met hun gezag of zeggenschap over de politie of over andere personen of instanties die met de opsporing van strafbare feiten zijn belast, of

2°.voor de uitvoering van andere hun bij of krachtens de wet opgedragen taken;

b. de burgemeesters voor zover zij deze behoeven:

1°. in verband met hun gezag en zeggenschap over de politie, of

2°. in het kader van de handhaving van de openbare orde.

c. de verwerkingsverantwoordelijke voor zover hij deze behoeft in verband met:

1°. het verrichten van een onderzoek naar aanleiding van klachten, als bedoeld in artikel 70 van de Politiewet 2012 en artikel 14 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten, of

2°. disciplinaire bestraffing vanwege niet-nakoming van verplichtingen of plichtsverzuim, als geregeld bij of krachtens artikel 47 van de Politiewet 2012 en de regelgeving die van toepassing is op de aanstelling of arbeidsovereenkomst van de opsporingsambtenaar, bedoeld in artikel 141, onderdeel d, van het Wetboek van Strafvordering, of

3°. schorsing of ontslag van de ambtenaar van de Koninklijke marechaussee voor zover werkzaam ter uitvoering van de politietaken, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdelen a, b, c, d, e, g en h van de Politiewet 2012 vanwege niet nakoming van verplichtingen of plichtsverzuim als geregeld bij of krachtens artikel 12 van de Wet ambtenaren defensie, of

4°. het verrichten van een onderzoek naar de betrouwbaarheid als bedoeld in artikel 48q, eerste lid, 48s, tweede lid, of 48x, eerste en tweede lid, van de Politiewet 2012.

2. Op de verstrekkingen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is artikel 15, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.

Het artikel bepaalt dat politiegegevens alleen mogen worden verstrekt aan derden als dit bij of krachtens de wet is bepaald, de verstrekking noodzakelijk is voor de uitvoering van de taak van de verstrekker of de ontvanger, en de gegevensverstrekking niet in strijd is met het doel van de verwerking van de gegevens.

In het geval van de Buitengewoon Opsporingsambtenaar gelden er specifieke bepalingen voor de verstrekking van politiegegevens. Zo mogen politiegegevens aan Boa's worden verstrekt als dit noodzakelijk is voor de uitoefening van hun taak, zoals het handhaven van de openbare orde en veiligheid, en het opsporen van strafbare feiten.

Daarnaast moeten Boa's zich houden aan de bepalingen van de Wet politiegegevens en het Besluit politiegegevens Boa. Zo moeten zij zorgen voor een zorgvuldige verwerking van de politiegegevens, deze niet langer bewaren dan noodzakelijk en de gegevens alleen verstrekken aan personen die betrokken zijn bij de uitvoering van de taak waarvoor de gegevens zijn verzameld.

Kortom, artikel 16 Wpg regelt de verstrekking van politiegegevens aan derden en in het geval van Boa's gelden er specifieke bepalingen voor de verstrekking van politiegegevens die zij moeten naleven.

Een actueel en praktijkvoorbeeld van artikel 16 Wpg is bijvoorbeeld de verstrekking van politiegegevens aan een Boa die belast is met het handhaven van de openbare orde en veiligheid in een specifieke buurt of wijk. In het kader van deze taak kan de Boa bijvoorbeeld informatie opvragen bij de politie over personen die bekend staan om overlast of criminele activiteiten in deze buurt of wijk. Op basis van deze informatie kan de Boa gerichter toezicht houden en preventief optreden om de openbare orde en veiligheid te waarborgen.

Het is daarbij wel van belang dat de Boa zich houdt aan de bepalingen van de Wet politiegegevens en het Besluit politiegegevens Boa. Zo mag de Boa de verkregen politiegegevens alleen gebruiken voor de specifieke taak waarvoor deze zijn verstrekt en moeten de gegevens zorgvuldig worden verwerkt en bewaard.

Ook mag de Boa de gegevens alleen verstrekken aan personen die betrokken zijn bij de uitvoering van de taak waarvoor de gegevens zijn verzameld, bijvoorbeeld andere Boa's of politiefunctionarissen die werkzaam zijn in dezelfde buurt of wijk.

Check je kennis

Lees onderstaand een vraag. Beantwoord deze eerst in gedachten. Controleer daarna of je het goed hebt.

Vraag 1: Wat is de verantwoordelijkheid van een boa bij het verzamelen van persoonsgegevens?

+

Antwoord 1: Een boa mag je persoonsgegevens alleen verzamelen voor een bepaald doel en met toestemming van de betrokkene. Het is belangrijk om alleen die gegevens te verzamelen die nodig zijn voor het doel waarvoor ze worden verzameld en deze niet langer te bewaren dan noodzakelijk.

Vraag: Wat is het begrip verantwoordelijke in de Wet politiegegevens?

+

Antwoord: Als boa ben je de verantwoordelijke in de zin van de Wet politiegegevens (Wpg). Dit betekent dat je verantwoordelijk bent voor de persoonsgegevens die je verwerkt en dat je moet zorgen voor een goede beveiliging van de persoonsgegevens en het naleven van de geldende regels en bepalingen.

Vraag: Welke regels gelden er bij het verstrekken van politiegegevens?

+

Antwoord: Het verstrekken van politiegegevens is aan strikte regels gebonden. Zo mag je alleen politiegegevens verstrekken als daar een wettelijke grondslag voor is en moet je je houden aan de bepalingen uit de Wet politiegegevens (Wpg) en het Besluit politiegegevens (Bpg). Het verstrekken van politiegegevens aan derden, zoals andere instanties of personen, mag alleen in bepaalde situaties en onder bepaalde voorwaarden. Hierbij moet je rekening houden met de belangen van de betrokkene en de doelen waarvoor de gegevens worden verstrekt.

Hoe goed heeft dit je geholpen?

Blijf in contact met ons!

Soms kom je er niet helemaal uit en heb je nog vragen.
Wij zijn er om je vragen te helpen beantwoorden

Dankjewel! We hebben je inzending ontvangen!
Oeps! Er is iets misgegaan bij het verzenden van het formulier.