Wel handig voor de verdachte om te weten...

Het is van belang dat een verdachte die met een proces-verbaal wordt geconfronteerd op de hoogte is van de mogelijke gevolgen hiervan. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat hij vervolgd wordt voor een strafbaar feit en dat er een straf opgelegd kan worden. Het informeren van de verdachte is een belangrijk onderdeel van het recht op een eerlijk proces.

1, 2, 3 rechtspraak

De rechtspraak is georganiseerd in drie lagen: de rechtbanken, de gerechtshoven en de Hoge Raad. De rechterlijke macht heeft als taak de berechting van strafbare feiten en de civiele geschillen die tussen partijen spelen. De procureur-generaal bij de Hoge Raad bewaakt de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling.

Opdracht aan de rechterlijke macht

De rechterlijke macht is een van de drie machten in Nederland, naast de wetgevende en uitvoerende macht. Haar taak is om geschillen tussen burgers, bedrijven en de overheid te beslechten en ervoor te zorgen dat wetten en regels worden nageleefd.

Artikel 113 lid 1 van de Grondwet bepaalt dat rechtspraak wordt uitgeoefend door de rechterlijke macht, bestaande uit gerechten die volgens de wet zijn ingesteld. De Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO) regelt welke gerechten er precies zijn.

De gerechten behorend tot de rechterlijke macht zijn onder andere de rechtbanken, de gerechtshoven en de Hoge Raad der Nederlanden. De rechtbanken zijn het laagste niveau van de rechterlijke macht, en behandelen zaken zoals strafzaken, civiele zaken en bestuurszaken. De gerechtshoven zijn het hogere niveau van de rechterlijke macht, en behandelen hoger beroep tegen uitspraken van de rechtbanken. De Hoge Raad is het hoogste rechtscollege in Nederland en oordeelt in cassatiezaken.

Artikel 117 lid 1 van de Grondwet bepaalt dat rechters worden benoemd voor het leven. Dit betekent dat zij hun functie behouden totdat zij zelf besluiten om met pensioen te gaan of door de overheid worden ontslagen, bijvoorbeeld vanwege wangedrag. Deze onafhankelijkheid is belangrijk omdat rechters onpartijdig moeten zijn en hun werk moeten kunnen doen zonder angst voor represailles.

In artikel 121 van de Grondwet staat dat terechtzittingen in beginsel in het openbaar plaatsvinden. Dit betekent dat iedereen de zitting kan bijwonen, tenzij er sprake is van bijvoorbeeld minderjarige verdachten of gevoelige informatie die niet in de openbaarheid mag komen. Het openbaar karakter van rechtspraak draagt bij aan de transparantie en controleerbaarheid van de rechterlijke macht.

Tot slot is er het begrip 'zittende magistratuur'. Hiermee wordt bedoeld de rechters en raadsheren die werkzaam zijn bij de gerechten behorend tot de rechterlijke macht. Zij zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de rechtspraak en het nemen van beslissingen in concrete zaken.

Samenvattend kan worden gesteld dat de rechterlijke macht in Nederland bestaat uit verschillende gerechten die volgens de Wet RO zijn ingesteld. Rechters worden benoemd voor het leven en terechtzittingen vinden in beginsel in het openbaar plaats. De zittende magistratuur is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de rechtspraak.

De rechtbanken (strafrecht)

De rechtbank is een gerecht dat behoort tot de rechterlijke macht en behandelt zowel misdrijven als overtredingen. Artikel 45 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie bepaalt dat de rechtbank belast is met de berechting van strafzaken, tenzij de wet anders bepaalt.

De rechtbank is georganiseerd per arrondissement. Een arrondissement is een rechtsgebied waarbinnen de rechtbank bevoegd is. Nederland is opgedeeld in elf arrondissementen, elk met een eigen rechtbank. In sommige gevallen kan een zaak echter ook worden behandeld door een andere rechtbank dan die in het arrondissement waar de zaak zich voordoet, bijvoorbeeld als er sprake is van een internationaal aspect.

De rechtbank bestaat uit verschillende rechters, waaronder de kantonrechter, de politierechter, de economische politierechter en de kinderrechter. Artikel 40 lid 1 sub c van de Wet op de rechterlijke organisatie geeft aan dat de kantonrechter belast is met de behandeling van strafzaken waarop geen gevangenisstraf van meer dan zes jaar staat. De kantonrechter behandelt dus vooral lichtere strafzaken, zoals verkeersovertredingen en eenvoudige mishandelingen.

De politierechter behandelt strafzaken waarop een gevangenisstraf van maximaal één jaar staat, zoals diefstal en mishandeling. Artikel 51 van de Wet op de rechterlijke organisatie bepaalt dat de politierechter wordt bijgestaan door twee assessoren, die geen rechter zijn maar wel adviseren bij de beslissing.

De economische politierechter behandelt strafzaken op het gebied van economisch strafrecht, zoals fraude en witwassen. Artikel 52 van de Wet op de rechterlijke organisatie bepaalt dat de economische politierechter wordt bijgestaan door twee assessoren.

De kinderrechter behandelt strafzaken waarbij minderjarigen zijn betrokken, zoals diefstal en mishandeling. Artikel 53 van de Wet op de rechterlijke organisatie bepaalt dat de kinderrechter ook bevoegd is om civiele zaken te behandelen waarbij minderjarigen zijn betrokken.

Wanneer de rechtbank uitspraak doet in een strafzaak, dan wordt dit een vonnis genoemd. In het vonnis staat welke straf de verdachte krijgt opgelegd en op basis van welke overwegingen de rechter tot deze beslissing is gekomen. Het vonnis wordt ook wel beschouwd als de uitspraak van de rechtbank in een strafzaak.

Samenvattend kan worden gesteld dat de rechtbank is georganiseerd per arrondissement en belast is met de berechting van strafzaken. Binnen de rechtbank zijn verschillende rechters werkzaam, zoals de kantonrechter, de politierechter, de economische politierechter en de kinderrechter. Wanneer de rechtbank uitspraak doet in een strafzaak, dan wordt dit een vonnis genoemd.

De gerechtshoven

Het gerechtshof is een hogere rechtbank dan de rechtbank. Het gerechtshof oordeelt in hoger beroep over de daarvoor vatbare vonnissen, beschikkingen en uitspraken. Dit betekent dat partijen die het niet eens zijn met de uitspraak van de rechtbank, in hoger beroep kunnen gaan bij het gerechtshof.

Het gerechtshof is georganiseerd in verschillende ressorten, die elk een eigen gebied beslaan. In Nederland zijn er vier ressorten:

- Amsterdam
- Arnhem-Leeuwarden
- Den Haag
- 's-Hertogenbosch

Het gerechtshof bestaat uit raadsheren. Een raadsheer is een rechter die lid is van een gerechtshof. De raadsheren werken in teams, ook wel kamers genoemd, die zijn samengesteld uit een oneven aantal rechters. Het gerechtshof heeft als taak om te beoordelen of de rechtbank de juiste beslissing heeft genomen. Het gerechtshof kan het vonnis bevestigen, vernietigen of aanpassen.

Het gerechtshof behandelt alleen strafzaken die in hoger beroep zijn gegaan. Dit zijn zaken waarbij de verdachte het niet eens is met de uitspraak van de rechtbank en daarom in hoger beroep is gegaan. Het gerechtshof kan ook een zaak terugverwijzen naar de rechtbank voor een nieuwe behandeling, bijvoorbeeld als er onvoldoende bewijs is voor de tenlastelegging.

Een uitspraak van het gerechtshof wordt een arrest genoemd. Een arrest is een schriftelijke uitspraak waarin het gerechtshof zijn beslissing uiteenzet en de redenen daarvoor geeft. Het arrest is bindend voor alle betrokkenen.

Wetsartikelen die relevant zijn voor de organisatie van het gerechtshof en de behandeling van strafzaken zijn onder andere artikel 60 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO) voor de taak van het gerechtshof, artikel 58 lid 1 sub b Wet RO voor de benoeming van raadsheren, het begrip ressort en hoger beroep en het begrip arrest.

De Hoge Raad

De Hoge Raad is het hoogste rechtscollege van Nederland en heeft als belangrijkste taak de bewaking van de rechtseenheid en rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad ervoor zorgt dat de uitleg van wet- en regelgeving in Nederland eenduidig is en dat er geen tegenstrijdige uitspraken worden gedaan door verschillende gerechtshoven.

Een belangrijk instrument van de Hoge Raad is de cassatieprocedure. Dit houdt in dat partijen in een zaak die het niet eens zijn met een uitspraak van het gerechtshof, deze uitspraak kunnen laten toetsen door de Hoge Raad (in cassatie gaan). De Hoge Raad toetst dan alleen of het recht correct is toegepast en of de procedure correct is gevolgd, niet of de feiten juist zijn vastgesteld. Als de Hoge Raad oordeelt dat het recht niet juist is toegepast, kan de zaak worden teruggestuurd naar het gerechtshof voor een nieuwe behandeling.

De Hoge Raad behandelt alleen strafzaken in cassatie. Dit betekent dat het gaat om zaken waarin al een veroordeling is uitgesproken door een gerechtshof en waarin de verdachte of het Openbaar Ministerie het niet eens zijn met die uitspraak. Ook kan de Hoge Raad zich buigen over herzieningsverzoeken, waarbij de verdachte vraagt om heropening van een zaak op grond van nieuwe feiten of omstandigheden.

De Hoge Raad bestaat uit raadsheren, die voor het leven worden benoemd. Een arrest is de uitspraak van de Hoge Raad in een zaak die in cassatie is behandeld.

De procureur-generaal bij de Hoge Raad

De procureur-generaal bij de Hoge Raad is een belangrijke functionaris binnen het Nederlandse rechtssysteem. Deze functionaris is belast met een aantal belangrijke taken, zoals het geven van adviezen aan de Hoge Raad over zaken die in cassatie zijn voorgelegd en het instellen van vorderingen tot herziening van rechterlijke uitspraken. Ook houdt de procureur-generaal toezicht op het openbaar ministerie en heeft hij de bevoegdheid om rechtszaken te vervolgen.

De procureur-generaal bij de Hoge Raad wordt benoemd voor het leven. Dit betekent dat hij of zij gedurende het hele leven in functie blijft, tenzij er redenen zijn om de functie eerder te beëindigen, bijvoorbeeld wegens wangedrag. De benoeming van de procureur-generaal bij de Hoge Raad is vastgelegd in artikel 117 lid 1 van de Grondwet.

De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft dus een belangrijke rol bij de bescherming van de rechtsstaat en het waarborgen van een eerlijke rechtspraak.

Relevante artikelen

1. Aan de rechterlijke macht is voorts opgedragen de berechting van strafbare feiten.
 
2. Tuchtrechtspraak door de overheid ingesteld wordt bij de wet geregeld.
 
3. Een straf van vrijheidsontneming kan uitsluitend door de rechterlijke macht worden opgelegd.
 
4. Voor berechting buiten Nederland en voor het oorlogsstrafrecht kan de wet afwijkende regels stellen.

Artikel 113 van de Grondwet geeft de opdracht aan de rechterlijke macht.

Het eerste lid van dit artikel bepaalt dat de rechterlijke macht verantwoordelijk is voor de berechting van strafbare feiten. Dit betekent dat rechters beslissen of iemand schuldig is aan een misdrijf of overtreding en welke straf daarvoor opgelegd wordt.

Het tweede lid bepaalt dat de tuchtrechtspraak die door de overheid ingesteld is, geregeld wordt bij de wet. Dit houdt in dat de wetgever regels vaststelt over de behandeling van klachten en geschillen met betrekking tot de beroepsuitoefening van bijvoorbeeld artsen, advocaten en notarissen.

Het derde lid bepaalt dat alleen de rechterlijke macht een straf van vrijheidsontneming kan opleggen. Dit betekent dat alleen een rechter een persoon bijvoorbeeld een gevangenisstraf kan opleggen. Het opleggen van vrijheidsontneming is een zware straf, en daarom is het belangrijk dat alleen de rechterlijke macht deze bevoegdheid heeft.

Het vierde lid bepaalt dat de wet afwijkende regels kan stellen voor berechting buiten Nederland en voor het oorlogsstrafrecht. Dit houdt in dat in deze specifieke situaties andere regels kunnen gelden dan normaal in Nederland. Het kan bijvoorbeeld gaan om het berechten van Nederlanders die een misdrijf hebben gepleegd in het buitenland.

Een voorbeeld van artikel 113 GW is dat alleen de rechterlijke macht straffen van vrijheidsontneming kan opleggen. Dit betekent dat alleen een rechter, bijvoorbeeld een kantonrechter of een politierechter, een verdachte een gevangenisstraf kan opleggen als de wet dat voorschrijft.

Een ander voorbeeld is dat tuchtrechtspraak door de overheid bij wet geregeld moet worden. Dit betekent dat als er klachten zijn over bijvoorbeeld een arts of advocaat, de overheid een tuchtprocedure moet hebben waarin de klachten worden behandeld en beoordeeld.

De tot de rechterlijke macht behorende gerechten zijn:

a. de rechtbanken;

b. de gerechtshoven; en

c. de Hoge Raad.

Artikel 2 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO) beschrijft welke gerechten onder de rechterlijke macht vallen. Het gaat om de rechtbanken, gerechtshoven en de Hoge Raad.

De rechtbanken zijn de laagste gerechten in de rechterlijke macht en zijn te vinden in verschillende arrondissementen in Nederland. Zij behandelen zowel civiele als strafzaken in eerste aanleg. Daarnaast hebben zij ook kantonrechters, die zich richten op kleinere zaken en geschillen tussen burgers.

De gerechtshoven zijn de middelste gerechten in de rechterlijke macht en behandelen zaken in hoger beroep die bij de rechtbanken zijn ingediend. Er zijn vier gerechtshoven in Nederland, die elk een eigen ressort hebben. Het gerechtshof beoordeelt opnieuw de zaak en beoordeelt of de uitspraak van de rechtbank terecht was.

De Hoge Raad is het hoogste gerechtshof in Nederland en behandelt cassatieberoepen. Dit betekent dat de Hoge Raad zich niet bezighoudt met de feiten van een zaak, maar alleen kijkt of het recht op de juiste manier is toegepast in de lagere rechtszaken. De Hoge Raad kan een uitspraak van een gerechtshof vernietigen en terugsturen voor een nieuwe beoordeling.

Kortom, artikel 2 RO beschrijft de drie gerechten die onder de rechterlijke macht vallen en welke taken zij hebben in het Nederlandse rechtssysteem.

Een praktisch voorbeeld van artikel 2 RO is als volgt: stel dat een persoon wordt beschuldigd van een strafbaar feit, zoals diefstal. De zaak begint bij de rechtbank, waar de rechter zal beoordelen of de persoon schuldig is aan de beschuldiging. Als de persoon niet akkoord gaat met de uitspraak van de rechtbank, kan hij of zij in hoger beroep gaan bij het gerechtshof. Als het gerechtshof de uitspraak van de rechtbank bevestigt, kan de persoon nog een laatste beroep doen op de Hoge Raad.

Op deze manier wordt de zaak door de verschillende gerechten binnen de rechterlijke macht behandeld, zoals benoemd in artikel 2 RO. Eerst begint de zaak bij de rechtbank, dan kan er hoger beroep worden aangetekend bij het gerechtshof en tot slot kan er nog cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad. Dit is een voorbeeld van de hiërarchische opbouw van de rechterlijke macht in Nederland.

1. De leden van de rechterlijke macht met rechtspraak belast en de procureur-generaal bij de Hoge Raad worden bij koninklijk besluit voor het leven benoemd.
 
2. Op eigen verzoek en wegens het bereiken van een bij de wet te bepalen leeftijd worden zij ontslagen.
 
3. In de gevallen bij de wet bepaald kunnen zij door een bij de wet aangewezen, tot de rechterlijke macht behorend gerecht worden geschorst of ontslagen.
 
4. De wet regelt overigens hun rechtspositie

Artikel 117 van de Grondwet regelt de benoeming, het ontslag en de rechtspositie van leden van de rechterlijke macht met rechtspraak belast en de procureur-generaal bij de Hoge Raad. De benoeming van deze personen gebeurt bij koninklijk besluit en is voor het leven. De wet bepaalt op welke leeftijd zij met pensioen gaan en op eigen verzoek kunnen worden ontslagen. In sommige gevallen kunnen ze ook worden geschorst of ontslagen door een gerecht dat is aangewezen bij de wet. De rechtspositie van deze personen wordt verder geregeld in de wet. Dit artikel waarborgt de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en beschermt de rechtspositie van de leden van deze macht.

Een praktisch voorbeeld van artikel 117 GW is de benoeming van een rechter. Stel dat er een vacature is voor een rechter bij de rechtbank en er zijn meerdere kandidaten. Na een zorgvuldige selectieprocedure wordt een van de kandidaten voorgedragen bij de Kroon (de koning en de ministers) voor benoeming. De Kroon neemt vervolgens een besluit en benoemt de kandidaat tot rechter. Vanaf dat moment is de benoemde persoon voor het leven rechter en kan alleen ontslagen worden in de gevallen bij wet bepaald.

Check je kennis

Lees onderstaand een vraag. Beantwoord deze eerst in gedachten. Controleer daarna of je het goed hebt.

Vraag: Wat is de rol van de procureur-generaal bij de Hoge Raad?

+

Antwoord: De procureur-generaal bij de Hoge Raad is belast met een aantal belangrijke taken, zoals het geven van adviezen aan de Hoge Raad over zaken die in cassatie zijn voorgelegd en het instellen van vorderingen tot herziening van rechterlijke uitspraken. Ook houdt de procureur-generaal toezicht op het openbaar ministerie en heeft hij de bevoegdheid om rechtszaken te vervolgen.

Vraag: Welke strafzaken worden door de rechtbank behandeld?

+

Antwoord: De rechtbank behandelt misdrijven en overtredingen, zoals bepaald in artikel 45 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Vraag: Wat betekent: de opdracht aan de rechterlijke macht?

+

Antwoord: De opdracht aan de rechterlijke macht is vastgelegd in artikel 113 lid 1 van de Grondwet. Deze opdracht houdt in dat rechters recht spreken in naam van de Koning en onafhankelijk zijn bij de uitoefening van hun functie.

Hoe goed heeft dit je geholpen?

Blijf in contact met ons!

Soms kom je er niet helemaal uit en heb je nog vragen.
Wij zijn er om je vragen te helpen beantwoorden

Dankjewel! We hebben je inzending ontvangen!
Oeps! Er is iets misgegaan bij het verzenden van het formulier.