Meer bewijs verzamelen

Inbeslagneming van voorwerpen is van belang voor de opsporing van strafbare feiten omdat deze voorwerpen kunnen dienen als bewijsmateriaal. Dit kan bijdragen aan het vinden van de waarheid en het vervolgen van verdachten. Aan de andere kant kan inbeslagneming van voorwerpen wel inbreuk maken op de privacy van Nederlanders. Daarom zijn er wettelijke kaders vastgesteld om de bevoegdheden van opsporingsambtenaren en de bescherming van privacy in balans te houden.

Bevoegd om voorwerpen in beslag te nemen

Bevoegdheid tot inbeslagneming houdt in dat opsporingsambtenaren de bevoegdheid hebben om voorwerpen in beslag te nemen als dat redelijkerwijs nodig is voor de vervulling van hun taak. Deze bevoegdheid geldt voor voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan het licht te brengen. Het beslag op de voorwerpen duurt voort totdat de rechter hierover een beslissing heeft genomen.

Inbeslagneming van voorwerpen

Als opsporingsambtenaar heb je bepaalde bevoegdheden met betrekking tot het in beslag nemen van voorwerpen. Het begrip inbeslagneming wordt in artikel 134 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) gedefinieerd als het onder zich nemen of onder bewaring stellen van voorwerpen ten behoeve van de strafvordering. Niet alle voorwerpen zijn echter vatbaar voor inbeslagneming. Artikel 94 Sv bepaalt dat voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen, in beslag genomen kunnen worden.

Om voorwerpen in beslag te nemen, heeft de opsporingsambtenaar de bevoegdheid hiertoe. Artikel 95 Sv geeft aan dat opsporingsambtenaren, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is, bevoegd zijn om voorwerpen in beslag te nemen. Ook heeft de opsporingsambtenaar de bevoegdheid om een woning binnen te treden om voorwerpen in beslag te nemen, zoals beschreven in artikel 96 lid 1 Sv. Als er sprake is van een situatie waarbij het aannemelijk is dat de verdachte de voorwerpen zal laten verdwijnen, kan de opsporingsambtenaar ook bevriezingsmaatregelen nemen, zoals beschreven in artikel 96 lid 2 Sv.

Het kan ook voorkomen dat voorwerpen zich buiten Nederland bevinden. In dat geval kan er gebruik worden gemaakt van artikel 96a lid 1 en 2 Sv, waarin staat beschreven dat de officier van justitie bevoegd is om voorwerpen in het buitenland in beslag te nemen en uit te leveren.

Als er sprake is van een vervoermiddel waarin de voorwerpen zich bevinden, kan de opsporingsambtenaar het voertuig doorzoeken ter inbeslagneming, zoals beschreven in artikel 96b Sv. Als verdachte vrijwillig afstand doet van een voorwerp, kan dit volgens artikel 116 lid 2 Sv worden ingenomen. Het beslag op een voorwerp duurt voort totdat de rechter hierover een beslissing heeft genomen, zoals beschreven in artikel 116 lid 1 Sv.

Tot slot is het belangrijk om het verschil te kennen tussen bezit en houderschap van voorwerpen. Artikel 3:107 lid 1 en 4 Burgerlijk Wetboek (BW) geven aan dat bezit betekent dat iemand een goed feitelijk onder zich heeft, terwijl houderschap betekent dat iemand een goed voor een ander onder zich heeft.

Relevante artikelen

1. Bezit is het houden van een goed voor zichzelf.

2. Bezit is onmiddellijk, wanneer iemand bezit zonder dat een ander het goed voor hem houdt.

3. Bezit is middellijk, wanneer iemand bezit door middel van een ander die het goed voor hem houdt.

4. Houderschap is op overeenkomstige wijze onmiddellijk of middellijk.

Artikel 3:107 van het Burgerlijk Wetboek gaat over bezit en houderschap van een goed. Bezit betekent dat iemand een goed voor zichzelf houdt. Dit kan onmiddellijk zijn, wat betekent dat niemand anders het goed voor hem houdt, of middellijk, wat betekent dat iemand anders het goed voor hem houdt. Houderschap werkt op dezelfde manier als bezit, het kan ook onmiddellijk of middellijk zijn. Dit artikel geeft dus een wettelijke definitie van bezit en houderschap, wat belangrijk kan zijn bij bijvoorbeeld geschillen over eigendom.

Een praktisch voorbeeld van artikel 3:107 BW is als volgt. Stel dat persoon A een auto bezit, dan betekent dit dat persoon A de auto voor zichzelf houdt en dus het bezit heeft van de auto. Als persoon A de auto uitleent aan persoon B, dan heeft persoon B het middellijk bezit van de auto, omdat hij de auto voor persoon A houdt. Als persoon B de auto vervolgens uitleent aan persoon C, dan heeft persoon C het middellijk bezit van de auto, omdat hij de auto voor persoon B houdt.

In dit voorbeeld heeft persoon A het onmiddellijk bezit van de auto, terwijl persoon B en persoon C het middellijk bezit van de auto hebben. Dit kan bijvoorbeeld van belang zijn als er een geschil ontstaat over wie eigenaar is van de auto, omdat dit kan afhangen van wie het bezit heeft of wie de houder is van de auto.

1. Onder inbeslagneming van eenig voorwerp wordt verstaan het onder zich nemen of gaan houden van dat voorwerp ten behoeve van de strafvordering.

2. Het beslag wordt beëindigd doordat hetzij

a. het inbeslaggenomen voorwerp wordt teruggegeven, dan wel de waarde daarvan wordt uitbetaald;

b. het openbaar ministerie de last geeft als bedoeld in artikel 116, tweede lid, onder c;

c. de machtiging als bedoeld in artikel 117 is verleend en het voorwerp niet om baat is vervreemd;

d. de bewaring ingevolge artikel 118, derde lid, door tijdsverloop is beëindigd en het voorwerp niet om baat is vervreemd.

3. Onder teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen wordt begrepen het verrichten van de in verband met de beëindiging van het beslag vereiste formaliteiten.

Artikel 134 van het Wetboek van Strafvordering geeft een definitie van inbeslagneming van voorwerpen ten behoeve van de strafvordering. Het betekent het onder zich nemen of gaan houden van een voorwerp, met als doel het voorwerp te gebruiken als bewijsmateriaal of in te zetten voor de afwikkeling van een strafzaak. Het beslag wordt beëindigd door het teruggeven van het inbeslaggenomen voorwerp, door het uitvoeren van een last door het Openbaar Ministerie, door het verlenen van een machtiging door de rechter of door het beëindigen van de bewaring door tijdsverloop. De term "teruggave" omvat alle vereiste formaliteiten in verband met het beëindigen van het beslag.

Een voorbeeld van inbeslagneming kan zijn wanneer de politie een huiszoeking doet in verband met een verdenking van drugshandel en daarbij verdovende middelen en drugshandelattributen vindt. De politie kan deze voorwerpen in beslag nemen en meenemen voor verder onderzoek en als bewijsmateriaal. Als de zaak voor de rechter komt en de voorwerpen als bewijsmateriaal worden gebruikt, kan de rechter besluiten dat de voorwerpen moeten worden teruggegeven als ze niet meer nodig zijn voor de strafzaak.

1. Vatbaar voor inbeslagneming zijn alle voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel, als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, aan te tonen.
 
2. Voorts zijn vatbaar voor inbeslagneming alle voorwerpen welker verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer kan worden bevolen.
 
3. Van de inbeslagneming van een voorwerp wordt, ook in geval de bevoegdheid tot inbeslagneming toekomt aan de rechter-commissaris of de officier van justitie, door de opsporingsambtenaar een kennisgeving van inbeslagneming opgemaakt. Zoveel mogelijk wordt aan degene bij wie een voorwerp is inbeslaggenomen, een bewijs van ontvangst afgegeven. De opsporingsambtenaar stelt de kennisgeving zo spoedig mogelijk in handen van de hulpofficier van justitie teneinde te doen beoordelen of het beslag moet worden gehandhaafd.

Artikel 94 Sv geeft aan welke voorwerpen vatbaar zijn voor inbeslagneming in het kader van strafrechtelijk onderzoek. In principe zijn alle voorwerpen vatbaar voor inbeslagneming, indien zij dienst kunnen doen om de waarheid aan het licht te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen. Ook voorwerpen waarvan de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer kan worden bevolen, zijn vatbaar voor inbeslagneming. Wanneer een voorwerp in beslag wordt genomen, wordt hier door de opsporingsambtenaar een kennisgeving van inbeslagneming van opgemaakt. Deze wordt vervolgens ter beoordeling voorgelegd aan de hulpofficier van justitie om te beslissen of het beslag moet worden gehandhaafd.

Een praktisch voorbeeld van artikel 94 Sv is wanneer de politie tijdens een huiszoeking in het kader van een drugsonderzoek drugs en drugsgerelateerde voorwerpen zoals weegschalen en verpakkingsmateriaal in beslag neemt. Deze voorwerpen kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen en zijn dus vatbaar voor inbeslagname. De opsporingsambtenaar maakt vervolgens een kennisgeving van inbeslagneming op en stelt deze zo spoedig mogelijk in handen van de hulpofficier van justitie om te beoordelen of het beslag moet worden gehandhaafd.

Check je kennis

Lees onderstaand een vraag. Beantwoord deze eerst in gedachten. Controleer daarna of je het goed hebt.

Vraag: Wat wordt verstaan onder inbeslagneming van een voorwerp?

+

Antwoord: Onder inbeslagneming van een voorwerp wordt verstaan het onder zich nemen of gaan houden van dat voorwerp ten behoeve van de strafvordering, zoals beschreven in artikel 134 Sv.

Vraag: Wat zijn vatbare voorwerpen voor inbeslagneming in het kader van opsporing?

+

Antwoord: Vatbaar voor inbeslagneming zijn alle voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen, zoals beschreven in artikel 94 Sv.

Ook zijn vatbaar voor inbeslagneming alle voorwerpen welker verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer kan worden bevolen.

Vraag: Wat is het verschil tussen bezit en houderschap volgens artikel 3:107 BW?

+

Antwoord: Bezit is het houden van een goed voor zichzelf, waarbij het onmiddellijk is als iemand het bezit zonder dat een ander het goed voor hem houdt, en middellijk als iemand het bezit door middel van een ander die het goed voor hem houdt. Houderschap is op overeenkomstige wijze onmiddellijk of middellijk.

Hoe goed heeft dit je geholpen?

Blijf in contact met ons!

Soms kom je er niet helemaal uit en heb je nog vragen.
Wij zijn er om je vragen te helpen beantwoorden

Dankjewel! We hebben je inzending ontvangen!
Oeps! Er is iets misgegaan bij het verzenden van het formulier.