Eerlijkheid duurt het langst

Eerlijk handhaven is van uiterst belang omdat het de rechtstaat versterkt en bijdraagt aan een eerlijke en rechtvaardige samenleving. Als ambtenaren en professionals niet eerlijk handhaven, kan dit leiden tot willekeur en onrechtvaardigheid, wat het vertrouwen van de samenleving in de overheid kan ondermijnen. Het eerlijk handhaven van regels en wetten draagt dus bij aan een stabiele en rechtvaardige samenleving.

Handelen op grond van kennis van afgelegde eed of belofte

BOA's handelen volgens afgelegde eed of belofte omdat het een wettelijke verplichting is die hen bindt aan een professionele gedragscode en ethische normen. Door de eed af te leggen, verplichten zij zich om hun werk op een integere, verantwoordelijke en respectvolle manier uit te voeren en de wet te handhaven. Het afleggen van de eed versterkt ook het vertrouwen van het publiek in de BOA's en hun rol bij het handhaven van de openbare orde en veiligheid.

Ambtseed, ambtsbelofte, eed of belofte van zuivering

De begrippen "ambtseed of ambtsbelofte" en "eed of belofte van zuivering" hebben betrekking op het afleggen van een verklaring door een persoon die in een openbare functie treedt of al werkzaam is in een dergelijke functie.

Een ambtseed of ambtsbelofte is een formele verklaring waarin de persoon die de verklaring aflegt, belooft of zweert zijn of haar taak als ambtenaar of functionaris met eerlijkheid en integriteit uit te voeren. Het verschil tussen een ambtseed en ambtsbelofte is dat bij een ambtseed de persoon zweert bij God of een andere hogere macht, terwijl bij een ambtsbelofte er geen religieuze elementen in zitten. De ambtseed of -belofte wordt afgelegd op het moment dat de persoon wordt aangesteld in zijn of haar functie.

Een eed van zuivering of belofte van zuivering is een verklaring die wordt afgelegd wanneer er twijfels bestaan over de integriteit van de persoon die de ambtseed of -belofte heeft afgelegd. In dit geval moet de persoon een nieuwe verklaring afleggen waarin hij of zij verklaart dat er geen verborgen belangen of banden zijn die zijn of haar functioneren als ambtenaar kunnen beïnvloeden.

Het afleggen van een ambtseed of -belofte en de eed of belofte van zuivering dragen bij aan het waarborgen van de integriteit van de overheidsdienst en het vertrouwen van het publiek in de overheid.

(Ambts)misdrijven

Als BOA heb je een bijzondere ambtspositie en -verantwoordelijkheid, waardoor je bevoegdheden hebt die anderen niet hebben. Met deze bevoegdheden komt echter ook een grote mate van verantwoordelijkheid. Je moet je aan een aantal regels houden en mag bepaalde handelingen niet verrichten, omdat deze anders worden beschouwd als een (ambts)misdrijf. Hieronder vind je een overzicht van de belangrijkste (ambts)misdrijven waarvan de BOA zich moet onthouden:

Schending van de bijzondere ambtsplicht (artikel 44 Sr)
De BOA heeft de plicht om zijn/haar functie naar behoren uit te oefenen. Als de BOA zijn/haar taken niet goed uitvoert, bijvoorbeeld door het niet naleven van procedures, of het misbruiken van zijn/haar bevoegdheden, dan kan dat worden beschouwd als schending van de bijzondere ambtsplicht.

Omkoping (artikel 177 lid 1, 363 lid 1 Sr)
De BOA mag geen geld of andere giften accepteren in ruil voor het niet optreden tegen bepaalde overtredingen of het geven van voorrang aan bepaalde zaken. Als de BOA hier toch toe overgaat, dan is sprake van omkoping.

Meineed (artikel 207 lid 1 t/m 3 Sr)
Als de BOA onder ede verklaringen aflegt die niet waar zijn, dan is er sprake van meineed. Bijvoorbeeld als de BOA liegt tijdens een verhoor.

Valsheid in geschrift (artikel 225 lid 1 en 2 Sr)
Als de BOA valse documenten opstelt of documenten vervalst, dan is er sprake van valsheid in geschrift. Bijvoorbeeld als de BOA een proces-verbaal vervalst of een valse verklaring aflegt.

Huisvredebreuk (artikel 138 lid 1, 370 lid 1 Sr)
De BOA mag niet zonder toestemming van de bewoner of een machtiging van de rechter-commissaris een woning of ander pand binnentreden. Als de BOA dit toch doet, dan is er sprake van huisvredebreuk.

Het is belangrijk dat de BOA zich bewust is van deze (ambts)misdrijven en zich hier verre van houdt, om te voorkomen dat zijn/haar integriteit in twijfel wordt getrokken en om de geloofwaardigheid van de BOA als opsporingsambtenaar te waarborgen.

Als de BOA zich schuldig maakt aan een (ambts)misdrijf, kan dat ernstige gevolgen hebben voor zijn/haar carrière en kan het zelfs strafrechtelijke vervolging tot gevolg hebben.

Relevante artikelen

1. Onze Minister neemt van de te beëdigen persoon de eed, verklaring of belofte van zuivering en een ambtseed of ambtsbelofte, vastgelegd in bijlage A, af. Het proces-verbaal van de aflegging van de eden, verklaring en beloften wordt aan de akte van beëdiging toegevoegd en maakt vanaf dat moment daarvan deel uit.

2. Bij de bekendmaking of de beëdiging ontvangt de buitengewoon opsporingsambtenaar, de akte van beëdiging, het legitimatiebewijs, de tekst van hoofdstuk 5 en, voorzover op hem van toepassing, een afschrift van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren.

3. Onze Minister zendt een afschrift van de akte van beëdiging aan de toezichthouder en de direct toezichthouder.

Dit artikel gaat over de eed of belofte van zuivering die een buitengewoon opsporingsambtenaar moet afleggen voordat hij/zij zijn/haar functie kan uitoefenen. Dit artikel verplicht elke BOA om bij zijn/haar aanstelling een eed of belofte van zuivering af te leggen.

De eed of belofte van zuivering is een plechtige verklaring waarbij de BOA verklaart dat hij/zij zich niet schuldig heeft gemaakt aan bepaalde handelingen die zijn integriteit als ambtenaar kunnen aantasten. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om strafbare feiten zoals omkoping, meineed, valsheid in geschrifte en huisvredebreuk. De BOA belooft of zweert dat hij/zij zijn/haar functie integer zal uitoefenen en de wet zal naleven.

Het afleggen van de eed of belofte van zuivering is een belangrijk onderdeel van de aanstelling van een BOA en draagt bij aan het waarborgen van de integriteit en betrouwbaarheid van de BOA. Bij het afleggen van de eed of belofte van zuivering wordt ook benadrukt dat de BOA zijn/haar werkzaamheden onafhankelijk en objectief zal uitvoeren en zich niet zal laten beïnvloeden door persoonlijke belangen of druk van buitenaf.

Stel dat een nieuwe BOA bij de gemeente wordt aangenomen om toezicht te houden op het parkeren in de stad. Voordat hij/zij aan de slag kan, moet hij/zij bij de aanstelling een eed of belofte van zuivering afleggen. Hierbij verklaart hij/zij plechtig dat hij/zij zich niet schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten die zijn integriteit als ambtenaar kunnen aantasten, zoals omkoping, meineed, valsheid in geschrifte en huisvredebreuk.

1. Onze Minister kan van de bevoegdheid tot het afleggen van de eden, verklaringen en beloften, bedoeld in artikel 20, eerste lid, mandaat verlenen aan de direct toezichthouder dan wel, indien de desbetreffende persoon behoort tot een dienst ressorterend onder een van Onze Ministers die het mede aangaat, aan het hoofd van die dienst. Onze Minister zendt in dat geval de door hem opgemaakte akte van beëdiging van te voren toe aan de direct toezichthouder of het hoofd van dienst.

2. De direct toezichthouder dan wel het hoofd van dienst in wiens handen de aflegging van de eden, verklaringen en beloften heeft plaatsgevonden, maakt van de aflegging proces-verbaal op en voegt dat toe aan de akte van beëdiging. Bij de beëdiging ontvangt de buitengewoon opsporingsambtenaar de in artikel 20, tweede lid, bedoelde stukken en wordt daarvan mededeling gedaan aan Onze Minister.

Dit artikel bepaalt dat een BOA bij zijn/haar aanstelling een eed of belofte moet afleggen, maar dat een BOA ook later in zijn/haar carrière opnieuw een eed of belofte kan afleggen.

Het afleggen van een eed of belofte kan bijvoorbeeld nodig zijn wanneer de BOA van werkgever verandert, of wanneer de BOA andere werkzaamheden gaat uitvoeren waarbij het afleggen van een eed of belofte noodzakelijk is.

Naast het afleggen van een eed of belofte, bepaalt artikel 21 BBO ook dat de BOA's zich moeten houden aan de gedragscode die is opgesteld door het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Deze gedragscode bevat richtlijnen voor het professionele gedrag van BOA's en heeft tot doel de kwaliteit van het werk van BOA's te waarborgen en de integriteit van BOA's te bevorderen.

Het afleggen van een eed of belofte en het naleven van de gedragscode zijn belangrijke aspecten van het werk van een BOA. Door het afleggen van een eed of belofte toont de BOA aan dat hij/zij integer is en zijn/haar werkzaamheden op een onafhankelijke en objectieve manier zal uitvoeren.

Door het naleven van de gedragscode toont de BOA aan dat hij/zij zich bewust is van zijn/haar verantwoordelijkheden als BOA en dat hij/zij zich aan de geldende regels en richtlijnen zal houden. Dit draagt bij aan het waarborgen van de kwaliteit en betrouwbaarheid van het werk van BOA's.

Een praktisch voorbeeld van artikel 21 van het Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar is wanneer een BOA naast zijn/haar werkzaamheden als BOA ook andere taken krijgt binnen de organisatie waarvoor het afleggen van een eed of belofte noodzakelijk is. Bijvoorbeeld wanneer een BOA wordt benoemd tot lid van een ondernemingsraad of een ander orgaan waarbij het afleggen van een eed of belofte verplicht is.

In dit geval moet de BOA opnieuw een eed of belofte afleggen om aan te tonen dat hij/zij integer is en zijn/haar taken op een onafhankelijke en objectieve manier zal uitvoeren. Daarnaast zal de BOA zich moeten houden aan de geldende gedragscode, die is opgesteld door het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Door zich aan de gedragscode te houden, toont de BOA aan dat hij/zij zich bewust is van zijn/haar verantwoordelijkheden en dat hij/zij zich aan de geldende regels en richtlijnen zal houden. Dit draagt bij aan het waarborgen van de integriteit en betrouwbaarheid van de BOA.

1. Indien een ambtenaar door het begaan van een strafbaar feit een bijzondere ambtsplicht schendt of bij het begaan van een strafbaar feit gebruik maakt van macht, gelegenheid of middel hem door zijn ambt geschonken, kan de op het feit gestelde straf, met uitzondering van geldboete, met een derde worden verhoogd.

2. Met een ambtenaar wordt gelijkgesteld een persoon in de openbare dienst van een vreemde staat die in Nederland op door het volkenrecht toegelaten wijze zijn bediening uitoefent.

Dit artikel beschrijft de strafbaarheid van ambtenaren die zich schuldig maken aan een schending van hun ambtsverplichtingen. Dit wordt ook wel het ambtsmisdrijf genoemd.

Een ambtsmisdrijf kan zich bijvoorbeeld voordoen wanneer een politieagent informatie achterhoudt over een misdrijf dat hij heeft waargenomen, of wanneer een ambtenaar steekpenningen aanneemt om informatie te verstrekken of een gunst te verlenen.

Het is belangrijk dat ambtenaren hun ambtsverplichtingen te allen tijde naleven, omdat zij een bijzondere verantwoordelijkheid hebben voor het handhaven van de wet en het beschermen van de samenleving.

Een actueel voorbeeld van een ambtsmisdrijf zou kunnen zijn wanneer een politieagent bewust en onrechtmatig geweld gebruikt bij een arrestatie. In januari 2021 werd een politieagent veroordeeld voor het gebruik van buitensporig geweld bij een arrestatie in Rotterdam. De agent had zonder aanleiding een arrestant met zijn vuist in het gezicht geslagen, terwijl de arrestant al geboeid op de grond lag. Dit was een duidelijke schending van de ambtsverplichtingen van de politieagent, en leidde tot zijn veroordeling voor het plegen van een ambtsmisdrijf.

Check je kennis

Lees onderstaand een vraag. Beantwoord deze eerst in gedachten. Controleer daarna of je het goed hebt.

Vraag: Waarom mag een BOA geen geld of andere giften accepteren in ruil voor het niet optreden tegen bepaalde overtredingen?

+

Antwoord: Als een BOA geld of andere giften accepteert in ruil voor het niet optreden tegen bepaalde overtredingen, is er sprake van omkoping. Dit is een (ambts)misdrijf en kan ernstige gevolgen hebben voor de carrière van de BOA.

Vraag: Wat is het verschil tussen een eed van zuivering en een belofte van zuivering?

+

Antwoord: Een eed van zuivering is een plechtige verklaring waarbij de ambtenaar zweert dat hij/zij zich niet schuldig heeft gemaakt aan bepaalde handelingen die zijn integriteit als ambtenaar kunnen aantasten. Bij een belofte van zuivering verklaart de ambtenaar plechtig dat hij/zij zich niet schuldig heeft gemaakt aan de betreffende handelingen, zonder daarbij een eed af te leggen. Het verschil zit dus in de vorm van de verklaring: een eed is een plechtige verklaring met een religieuze of morele lading, terwijl een belofte een minder plechtige verklaring is waarbij geen sprake is van een religieuze of morele lading.

Vraag: Wanneer is er sprake van meineed?

+

Antwoord: Als de BOA onder ede verklaringen aflegt die niet waar zijn, dan is er sprake van meineed. Bijvoorbeeld als de BOA liegt tijdens een verhoor.

Hoe goed heeft dit je geholpen?

Blijf in contact met ons!

Soms kom je er niet helemaal uit en heb je nog vragen.
Wij zijn er om je vragen te helpen beantwoorden

Dankjewel! We hebben je inzending ontvangen!
Oeps! Er is iets misgegaan bij het verzenden van het formulier.